Nieuwsbrief 04 2018
Fiscaal Actueel
Uitgave van het Register Belastingadviseurs
Klantennieuwsbrief met actuele en praktische artikelen, speciaal voor klanten van leden van het RB.
Klik hier voor de originele nieuwsbrief.
Pakket Belastingplan 2019; ten koste van de ondernemer
Op Prinsjesdag 2018 werden maar liefst acht(!) fiscale wetsvoorstellen gelanceerd die allemaal vóór 1 januari 2019 door de Tweede en Eerste Kamer moeten worden ‘gejast’. Dat komt de kwaliteit van de wetgeving zeker niet ten goede. De Raad van State heeft de regering daarvoor al op haar vingers getikt.
Natuurlijk is u de hele heisa over de afschaffing van de dividendbelasting niet ontgaan. Ook niet dat die afschaffing uiteindelijk toch weer is teruggedraaid. Maar de plannen bevatten meer belangrijke voorstellen. Daarbij kunt u denken aan de invoering van de sociale vlaktax, waardoor de inkomstenbelasting vanaf 2021 nog maar twee tarieven kent voor uw inkomen uit werk en woning. Tot ongeveer € 68.500 betaalt u dan 37,05% belasting en daarboven 49,5%. Daar staat tegenover dat het lage btw-tarief wordt verhoogd van 6% naar 9%.
Iets wat u als ondernemer ook zeker kan raken is de afbouw van het tarief waartegen u bepaalde posten in box 1 kunt aftrekken. Die aftrek wordt namelijk, net als de hypotheekrenteaftrek, vanaf 2020 afgebouwd. Vanaf 2023 is de aftrek beperkt tot het basistarief van 37,05%. Tot die posten behoort bijvoorbeeld de partneralimentatie. Maar de maatregel geldt ook voor de ondernemersaftrek (waaronder de zelfstandigenaftrek), de mkb-winstvrijstelling en de terbeschikkingstellingsvrijstelling, waardoor specifiek het mkb wordt getroffen.
Drijft u uw onderneming vanuit een bv? Dan krijgt u een verhoging van het aanmerkelijkbelangtarief voor uw kie-zen. Dat tarief bedraagt nu nog 25%, maar voorgesteld is om het per 2020 te verhogen naar 26,25% en per 2021 naar 26,9%. Daar staat overigens een verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting tegenover.
Voor een optimale begeleiding bent u bij uw RB aan het juiste adres.
Kortom, er gaat de komende tijd het nodige voor u veranderen.
Einde aftrek van uitgaven voor monumenten
Op 1 januari 2019 wordt de aftrek van de uitgaven voor monumentenpanden af-geschaft. Dat betekent dat u onderhoudskosten die u in 2019 betaalt, niet in meer in aftrek kunt brengen in uw aangifte inkomstenbelasting. Hoe nu verder?
Vanaf 1 januari 2019 gaat een nieuwe subsidieregeling gelden. Die regeling vervangt de aftrek van uitgaven voor monumentenpanden. De subsidie kan alleen worden aangevraagd door particuliere eigenaren van een rijksmonument met een woonfunctie. Monumenten die bijvoorbeeld worden verhuurd als kantoorpand komen niet in aanmerking voor subsidie.
De subsidieregeling kent geen maximum aan onderhoudskosten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd. De subsidie bedraagt echter maximaal 35% van de onderhoudskosten. Per jaar is een budget beschikbaar van maximaal 45 miljoen. Wordt meer subsidie aangevraagd dan het budget? Dan wordt het percentage van 35% verlaagd.
De subsidie moet worden aangevraagd in de periode tussen 1 maart en 1 mei volgend op het kalenderjaar waar-in de onderhoudskosten zijn gemaakt. De subsidie over het jaar 2019 moet dus in maart of april 2020 worden aangevraagd. Aanvragen die buiten deze periode worden ingediend, zullen worden afgewezen. Heeft u meer vragen over deze wijzigingen?
Kleine ondernemersregeling stopt in 2020
Voor kleine ondernemers kent de omzetbelasting een bijzondere regeling, de kleine ondernemersregeling (KOR). Als u als ondernemer op jaarbasis minder dan € 1.883 omzetbelasting moet betalen, dan krijgt u een gedeelte van de om-zetbelasting terug. Moet u minder dan € 1.345 betalen, dan krijgt u alle omzetbelasting terug.
Per 1 januari 2020 wordt de KOR vervangen door een omzetgerelateerde vrijstellingsregeling (OVOB). De hoog-te van uw omzet bepaalt of u hier gebruik van kunt maken. Het maakt niet uit of u het hoge of het lage btw-tarief moet toepassen. Is uw omzet op jaarbasis maximaal € 20.000? Dan kunt u de vrijstelling toepassen en heeft u ook automatisch een vrijstelling voor uw administratieve verplichtingen zodat u geen facturen hoeft uit te reiken en geen aangifte hoeft te doen. U heeft dan echter geen recht meer op aftrek van de omzetbelasting die aan u in rekening is gebracht.
In tegenstelling tot de KOR is de OVOB een regeling die alleen op verzoek wordt toegepast. U moet dus vooraf kenbaar maken dat u gebruik wil maken van de vrijstelling. Zonder verzoek moet u dus btw in rekening brengen en afdragen, ook al blijkt achteraf dat uw jaaromzet lager was dan € 20.000. De OVOB gaat gelden vanaf 1 ja-nuari 2020. Een verzoek om toepassing van de OVOB vanaf 1 januari 2020, moet vóór 20 november 2019 wor-den ingediend.
Dure kilometers. Héél duur zelfs.
Om wat voor merk het ging, is in de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch helaas weggelakt. Wel kan worden opgemaakt dat de catalogusprijs van de auto € 83.735 bedroeg, en dan schrijven we 2011. Waar ging het om?
Een dga reed een auto van de zaak. Je kunt dan te maken krijgen met de bekende bijtelling van (toen nog) 25%. Wie dat niet wil, kan een kilometeradministratie bijhouden, waarmee je kunt aantonen dat de auto nauwelijks privé gebruikt wordt. Dat deed deze dga. Hij was in het betreffende jaar 79 keer met zakenrelaties gaan golfen. Dat dit zakelijke tripjes waren geweest (en dus geen golfuitjes met echtgenote of vrienden) was niet in ge-schil. De daarmee verband houdende kilometers waren gewoon als zakelijk geschreven, en voor de bijtelling leek er dan ook geen vuiltje aan de lucht. En toch ging het fout. Het Hof wist namelijk dat Nederlandse golfers gemiddeld 17 keer per jaar een balletje slaan. Daarom werden er van de 79 golfuitjes 17 als privé aangemerkt. Daar-mee werden ook de bijbehorende kilometers privé, werd de bekende 500 kilometergrens overschreden en kreeg de dga de volledige bijtelling van 25% om de oren. Dat kostte hem (bij een tarief van 52%) € 10.885 netto! Deze beslissing kan nog heel nare gevolgen krijgen voor ondernemers. Let dus heel goed op met dit soort kilometers met een gemengd karakter.
Verhoging laag btw-tarief.
Het lage btw-tarief zal met ingang van 1 januari 2019 worden verhoogd van 6 naar 9%. In het verleden werden bij tariefsverhogingen altijd regels opgenomen waarin was vastgelegd welk tarief gehanteerd moest worden bij vooruitbetalingen en voorschotten. Deze regels ontbreken bij de huidige verhoging van het lage btw-tarief.
De staatssecretaris heeft wel een toezegging gedaan die van belang is voor elke ondernemer met prestaties onder het lage tarief. Het lage tarief van 6% blijft namelijk van toepassing als u in 2018 factureert en uw afnemer de factuur ook in 2018 betaalt. Het maakt dan niet uit dat de overeengekomen prestatie pas in 2019 wordt ver-richt. Wordt de factuur echter pas in 2019 betaald en vindt ook de prestatie in 2019 plaats, dan moet u wel het verhoogde tarief van 9% in rekening brengen. U moet daarvoor een aanvullende factuur sturen aan uw afnemer.
Verricht u prestaties waarop het lage tarief van toepassing is, dan kan het voordelig zijn om nu al een factuur te sturen voor prestaties die u in 2019 gaat verrichten. Uiteraard moet uw afnemer dan wel bereid zijn om de factuur al in 2018 te betalen.
Maatregel tegen excessief lenen
Als het aan de regering ligt, worden schulden aan de eigen bv vanaf 1 januari 2022 tot uw belastbare inkomen gerekend. Dat betekent dat u over de waarde van die schulden inkomstenbelasting bent verschuldigd tot een tarief van maximaal 49,5%. Krijgt u ook last van deze maatregel?
De aangekondigde maatregel houdt in dat aandeelhouders die geld hebben geleend van hun eigen bv, die schuld tot hun inkomen moeten rekenen voor zover die schuld hoger is dan € 500.000. Van een eigen bv is sprake als de aandeelhouder 5% of meer van de aandelen in de bv heeft. Voor de grens van € 500.000 worden de schulden aan de bv van de aandeelhouder en de fiscaal partner samengeteld. Alle schulden aan de eigen bv tellen mee. Het maakt niet uit wat voor soort schuld het is en ook niet waaraan de aandeelhouder de lening heeft besteed. Alleen leningen die zijn gebruikt voor de financiering van een eigen woning worden uitgezonderd.
Deze maatregel is op 18 september 2018 aangekondigd door de minister en staatssecretaris van Financiën. De maatregel is niet opgenomen in de belastingplannen die met Prinsjesdag zijn gepresenteerd en is dus alleen nog maar een plan. Naar verwachting zal de maatregel nog in concretere plannen worden voorgelegd.
Eindejaarstips
Dividend wordt duurder
Vanaf 2020 wordt het inkomstenbelastingtarief voor dividend uit uw eigen bv verhoogd. Nu moet u nog 25% inkomstenbelasting betalen over het dividend, vanaf 2020 is dit tarief 26,25% en vanaf 2021 zelfs 26,9%. Bent u van plan om uzelf dividend uit te laten keren door uw bv? Dan kan het voordelig zijn om dat gedurende de ko-mende twee jaar te doen.
Nu verlies nemen?
U heeft natuurlijk niet graag dat uw bv verlies lijdt. Toch kan het voordelig zijn om te beoordelen of uw bv in 2018 nog extra kosten moet maken. Het verlies dat uw bv daardoor in 2018 lijdt, is namelijk nog verrekenbaar met de winsten van de komende negen jaren. Verliezen die uw bv vanaf 2019 leidt zijn nog slechts verrekenbaar met de winsten van de komende zes jaren. Zo kan extra verlies dit jaar toch nog voordelig zijn.
Oplevering bedrijfspand
Bedrijfspanden die bij uw bv in eigen gebruik zijn, mogen vanaf 1 januari 2019 nog maar worden afgeschreven tot de WOZ-waarde. Tot nu toe mochten deze panden worden afgeschreven tot 50% van de WOZ-waarde. Voor bedrijfspanden die nu nog in aanbouw zijn, geldt dat als zij voor 1 januari 2019 in gebruik worden genomen, zij de komende drie jaar nog mogen worden afgeschreven tot maximaal 50% van de WOZ-waarde. Het kan dus voordelig zijn om het bedrijfspand nog dit jaar op te laten leveren.
Voordeel van de btw-verhoging
Op 1 januari 2019 wordt het lage btw-tarief verhoogd van 6% naar 9%. Verricht u prestaties waarop het lage tarief van toepassing is? Dan moet u zorgen dat u vanaf 1 januari 9% btw in rekening brengt aan uw afnemers. Op facturen die u voor 1 januari 2019 verstuurt, mag u nog 6% btw in rekening brengen. Ook als uw klant de rekening in 2018 vooraf betaalt, mag u nog het oude tarief toepassen. Dat kan uw klant dus voordeel opleveren.
Eenvoudige aangifte voor digitale diensten
Verricht u digitale diensten aan buitenlandse particuliere afnemers? Maak dan vanaf 1 januari 2019 gebruik van de vereenvoudigde regeling voor digitale diensten. Bedraagt uw omzet aan buitenlandse particuliere afnemers binnen de EU minder dan € 10.000 per jaar, dan mag u Nederlandse btw in rekening brengen en afdragen in uw btw-aangifte. U hoeft dan niet per afzonderlijk land het daar geldende btw-tarief in rekening te brengen.
Afschaffing aftrek onderhoudskosten monumentenwoning: plan uw uitgaven
Woont u in een monumentenwoning of heeft u er een? Let dan op, want u kunt in 2018 de onderhoudskosten hiervan voor 80% in aftrek brengen voor de inkomstenbelasting. De kosten moeten dan wel in 2018 betaald, verrekend of rentedragend worden. Let op: de kosten zijn alleen nog in 2018 aftrekbaar. Vanaf 2019 bestaat deze regeling namelijk definitief niet meer.
Aftrek scholingskosten: alleen nog in 2018 en 2019
Heeft u scholingskosten? Dan zijn deze mogelijk aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Belangrijk is dat de kos-ten zijn gemaakt voor het volgen van een opleiding of studie om inkomen uit werk te behalen. Er geldt een drempel voor de aftrek (€ 250) maar ook een plafond. Waarschijnlijk wordt de aftrek van scholingskosten per 2020 afgeschaft. Betaal uw scholingskosten daarom nog in 2018, maar uiterlijk in 2019. Dan zijn deze misschien nog aftrekbaar. En maak deze zoveel mogelijk in één jaar, zodat u sneller over de aftrekdrempel heen gaat.
Koop pensioen in eigen beheer nog af in 2018
Heeft u pensioen in eigen beheer opgebouwd? Dan moet u uiterlijk in 2019 een keuze maken over de verdere afwikkeling daarvan. U heeft daarvoor drie mogelijkheden. Een van de mogelijkheden is om het pensioen in ei-gen beheer af te kopen. Kiest u in 2018 nog voor afkoop, dan is 25% van de uitkering onbelast. In 2019 is de afkoopkorting nog slechts 19,5%. Wilt u dus uw pensioen in eigen beheer afkopen, regel dat dan nog dit jaar.
Optimaliseer de investeringsaftrek
Wilt u voor uw onderneming een nieuwe investering doen? Bepaal dan of het voordeliger is om dat nog dit jaar te doen of juist te wachten tot volgend jaar. Dan kunt u optimaal gebruik maken van de investeringsaftrek en betaalt u minder belasting. De investeringsaftrek bestaat uit de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de mili-eu-investeringsaftrek (MIA) voor milieuvriendelijke investeringen en de energie-investeringsaftrek (EIA) die kan worden toegepast als u energiezuinige investeringen doet.
Gaat het voor u om de EIA, dan moet u extra opletten. Op Prinsjesdag 2018 is namelijk voorgesteld om de EIA per 2019 te verlagen van 54,5% naar 45%.
Verreken oude verliezen
Heeft u een onderneming die in het verleden verliezen heeft geleden? Dan zijn deze slechts gedurende negen jaar te verrekenen met toekomstige winsten. Dat betekent dat verliezen over 2009 niet meer kunnen worden verrekend na 2018. Let dus op dat u eventueel oude verliezen nog dit jaar verrekent.
Maak gebruik van de jaarlijkse schenkingsvrijstellingen
Heeft u kinderen en wilt u hen iets schenken? Voor schenkingen aan kinderen geldt in 2018 een vrijstelling van € 5.365. Deze vrijstelling kan eenmalig worden verhoogd tot € 25.731. Voorwaarde is wel dat het kind tussen de 18 en 40 jaar oud is. De vrijstelling kan onder voorwaarden zelfs worden verhoogd tot € 100.800, maar dan moet het gaan om een schenking voor de eigen woning. Het toepassen van de jaarlijkse schenkingsvrijstellingen is een interessante manier om onbelast vermogen over te dragen aan uw kinderen. U kunt ook een schenking op papier doen.
Betaal de rente voor uw woning vooruit
Heeft u een eigen woning en betaalt u hier rente voor? Dan is de rente die u dit jaar betaalt, aftrekbaar van uw inkomen over 2018. Als u ook de rente voor de eerste zes maanden van 2019 vooruit betaalt, dan heeft dat verschillende voordelen. Zo is ook die rente in 2018 aftrekbaar. Verder is het maximale percentage voor aftrek in 2018 iets hoger dan in 2019. En ook staat het vooruitbetaalde bedrag op 1 januari 2019 niet meer op uw reke-ning, dus betaalt u daar geen belasting in box 3 over. Veel voordelen dus.
Check de mogelijkheden van de werkkostenregeling
U kunt als werkgever (maximaal) 1,2% van het totale fiscale loon (vrije ruimte) van al het personeel besteden aan vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen. Hierover hoeft geen belasting te worden betaald. Over het meerdere moet 80% eindheffing worden betaald. Er moet wel worden voldaan aan het gebruikelijkheidscrite-rium. Let op: de Belastingdienst kent een doelmatigheidsmarge. Gaat het om een bedrag van maximaal € 2.400 per persoon per jaar, dan wordt dit sowieso gezien als gebruikelijk.
Benut de vrije ruimte zo goed mogelijk, want u kunt een overschot aan vrije ruimte niet doorschuiven naar een volgend jaar.
Betaal uw premies voor lijfrente op tijd
Heeft u een pensioentekort? Dan kunt u dat aanvullen met een lijfrente. Wilt u de premie voor uw lijfrente van 2018 ook in 2018 kunnen aftrekken? Dan moet u de premie nog dit jaar betalen. Gaat het om een lijfrente voor de staking van een onderneming? Dan heeft u iets meer tijd. Dan moet u de premie voor 1 juli 2019 betalen om deze nog in 2018 te kunnen aftrekken.
Betaal dividend uit in plaats van loon
Heeft u een bv en wilt u dit jaar nog een bonus ontvangen? Overweeg dan om dividend uit te keren, in plaats van extra salaris. Over extra salaris moet u namelijk meer belasting betalen dan over dividend. U moet wel bepa-len of voor het uitbetalen van dividend aan de uitkeringstoets is voldaan.